We zijn al een tijdje niet bepaald de beste der vrienden meer. We hebben nooit een echt goeie band gehad, maar de laatste tijd doen we steeds lelijker tegen elkaar. Je komt niet overeen met het hoofd dat je draagt. Je komt niet overeen met de tijd en de wereld waarin je leeft, waarin je hoort te functioneren. In een normale lichaamsarbeidsrelatie is het hoofd de werkgever, en jij de werknemer. Jij voert uit wat de baas beveelt. Maar blijkbaar heb jij het idee eerder een vakbond met uitermate veel beslissingsbevoegdheid te zijn. Je stelt veto’s die nergens op slaan. Je staakt zonder enige aanleiding. Op de meest onfortuinlijke momenten. Ik weet het wel, ik ben ook niet bepaald zacht voor je geweest. Hoewel je dikwijls laat blijken niet gemaakt te zijn om eender welke activiteit ten volle uit te voeren sleur ik je doorheen urenlange ruzies met de zwaartekracht, uitputting, adrenaline, gedans, geski en getsjool. Ik verwacht van jou dezelfde Superman-allures zoals nagestreefd van mijnentwege. Je hoort te presteren onder druk, op alle vlakken. Niets minder dan top op productief, sportief, creatief, educatief en recreatief gebied. Ik heb te veel van je gevraagd. Te veel hard werk en te weinig zacht plezier. Te zware combinaties. Te lange uren, te lange dagen. Ik weet het. Het was voor mij ook niet leuk. Maar het was van moeten. En ik geloofde in je. Ik twijfelde er niet aan dat je zou protesteren, maar ik had het grootste vertrouwen in je doorzettingsvermogen, en het zou het achteraf waard zijn. Jij bent duidelijk niet akkoord en maakt je punt op bijzonder ostentatieve wijze. Dus voorlopig geef ik even op. Jij wint.
Maar niet zomaar. Dit gaat er gebeuren. We gaan eerst een klein maandje op plezierige wijze knallen. Op ‘t gemakske, maar ook hard. Als je meewerkt, beloof ik in de mate van het mogelijke goed voor je te zorgen tijdens deze nomadeperiode. Zo niet, dan word je de komende weken keihard genegeerd. Je bent gewaarschuwd.