Close

Filosofie in Zuid-Oost-Azië: arm maar gelukkig

Ik besef hoe langer hoe meer dat ik niet in België thuis hoor. Grijs, zuur, systeemgericht België. Dat is natuurlijk gemakkelijk gezegd vanuit een tropisch paradijs zoals Bali, en dan nog eens in een 5-sterren grand luxe hotel met een infinity pool en beach bar. Maar daar ligt het niet aan. Het gaat hem hoe langer hoe meer over levensvisie, filosofie, politieke insteek en spiritualiteit. Niet de vorm van spiritualiteit waar een negatieve connotatie aan vasthangt, waarbij je direct denkt aan kristallen en wierookstokjes en Ingeborg. Ik hoef geen tempel, bijbel of meestal mannelijke priester die me eens zal uitleggen hoe ik m’n leven moet leiden en welke regeltjes ik allemaal moet volgen om na mijn doodvallen in een zevende hemel terecht te komen. Een beetje zin kunnen geven aan het leven, dat wel. Zelf leven, niet gewoon bestaan of geleefd worden, dat wel.

Al een aantal jaar volg ik komiek Nigel Williams in zijn politieke filosofie van “ik doe het mijne, jij doet het jouwe, we vallen elkaar niet lastig of doen elkaar geen pijn, en waar we kúnnen helpen we elkaar.” Dat is een mooie denkwijze, en het zou een pracht van een wereld zijn hadden we allemaal ditzelfde gedacht als basisprincipe. Ik ben tenslotte een (zorgzame en moederlijke) liberaal in hart en nieren. Helaas zijn de meeste, vooral westerse, mensen niet zo bedraad in hun brein. Je kan ze het ook niet kwalijk nemen. Wij westerlingen leven in een maatschappij waar alles zo snel en zo goed, liefst perfect, mogelijk moet. Rush rush rush. Efficiëntie en vooruitgang. Geen groter contrast dan na een tropische vakantie in je eigen straat met een vreemde die je kruist oogcontact maken en goeiedag proberen zeggen, wat in het verre warme land wordt gerecipieerd met een “Hi! How are you? Have a nice day!”, en in onze contreien eerder wordt beantwoordt met een bijna angstig en agressief “Wat is uw probleem mss?” Uit schrik dat je misschien iets van hen zult willen of nodig hebben. Want daar hebben ze geen goesting en al helemaal geen tijd voor. Of ze horen je niet vanwege Rihanna – work work work work in hun oortjes. 

Op spiritueel vlak komt daar nog eens bij dat in onze regionen het overwegende geloof het katholieke christendom is, wat uitgaat van negativiteit. Regeltjes, heel veel regeltjes, die wanneer je ze breekt je afterlife kunnen verpesten, waarvoor je moet biechten en zonden die nog niet zo heel erg lang geleden konden worden afgekocht met aflaten. Want met geld kom je de hemel in. Om over het misbruik nog te zwijgen, want dat is een ander – eveneens nefast en negatief – verhaal.

Momenteel vertoef ik in Zuid-Oost-Azië, waar een heel andere mentaliteit heerst. Hier gelooft men in positivisme, een God en universum die het goed met je voor heeft als je maar je best doet, en die je beloont voor onbaatzuchtige daden. Hier heerst karma en zelfreflectie. Niet wat een ander van jouw daden en gedachten kan zien of denkt, maar hoe je daar zelf mee weet te leven. Hier wordt niet één almachtige profeet aanbeden en al dan niet gevreesd, maar dienen de wijze lessen van voorvaders als richtlijn voor je eigen geluk. Dat is iets om naar te streven. In plaats van uit te gaan wat je wel niet allemaal hebt mispeuterd, en wat de mensen en pastoor daar wel niet van zullen denken, streeft men hier naar geluk en evenwicht met het universum. Hier worden mensen niet terechtgesteld omdat ze proclameren dat de aarde rond de zon draait en niet omgekeerd, hier zoekt men naar verlossing en innerlijke rust. Ondertussen wordt er genoten van elke dag en van kleine dingen. Niet dat iedereen hier zo’n heilig boontje is, maar het is een andere instelling om vanuit te vertrekken. Een medemens wordt niet gezien als een potentiële gevaarlijke factor, als een concurrent, maar als gewoon een medemens. Iemand in hetzelfde schuitje, waar je mss iets van kan leren. Als een gelijke, op z’n minst. Hier leven Hindu’s, buddhisten, moslims, christenen, agnosten en atheïsten gewoon vredig en in alle respect naast elkaar. Hier begrijpen ze dat welke God je tot bidt je niet maakt tot de mens wie je bent, maar eerder je woorden en je acties. Hoe je een ander en jezelf behandelt. De dingen die ertoe doen. En niet welke versie van diezelfde normen, waarden en principes je aanhangt en op je salontafel hebt liggen. Want ze hebben meestal niet eens een salontafel. Maar wel harmonie, zelfrespect, en geluk. Ze hebben misschien geen Dolby 5.0 surround system, of behangpapier, of een zetel om daartussen te chillen, maar ze hebben ook geen woord voor burn-out.